Wanneer en hoe kan ik werktijdverkorting aanvragen?
De Rijksoverheid maakt beroep op werktijdverkorting mogelijk. De regeling is bedoeld voor bedrijven die tijdelijk geen werk meer hebben voor (een deel van) het personeel, door omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Het coronavirus valt daar ook onder. Om recht te hebben op werktijdverkorting, moeten ondernemers aantonen dat zij ten minste twee weken en naar inschatting maximaal 24 weken ten minste 20% minder werkuren hebben of naar verwachting zullen hebben door het coronavirus.
Werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers waarvoor de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft. Voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten kan geen WTV worden aangevraagd. Er wordt geen ontheffing verleend over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag voor ontheffing is ontvangen.
Er zijn drie stappen die moeten worden doorlopen om werktijdverkorting aan te vragen:
1. Vul het formulier van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in om werktijdverkorting aan te vragen.
2. Wanneer een vergunning voor WTV is verleend, dien je deze direct bij het UWV te melden. Dit kan met het volgende formulier.
3. Na afloop van de vergunning kan de werkgever binnen een week een WW-uitkering voor het personeel aanvragen bij het UWV via het volgende formulier.
Wanneer werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt het UWV de WW-uitkeringen aan de werkgever over. De werknemers blijven bij de werkgever in dienst. Meestal merken zij financieel dus weinig van de WTV: zij ontvangen gewoon hun loon via de werkgever. Voor zieke werknemers kan men geen WW aanvragen. Voor deze werknemers geldt de normale loondoorbetalingsverplichting bij ziekte.